Met de ontelbare diëten die er tegenwoordig zijn zou je verwachten dat iedereen toch wel zijn streeffiguur behaald zou moeten hebben. Waarom is dat niet zo? In dit artikel ga ik dieper in op, in mijn optiek, de reden waarom diëten niet werken. Let wel, ik doel op waarom diëten op de lange termijn vaak niet werken.
‘Ik ga op dieet’
Vanaf het moment dat de eerste zonnestralen het weerbericht bereiken lijkt er een soort van ondergesneeuwde knop om te gaan van: ‘ik moet weer op dieet’. De opgebouwde vetrolletjes mogen natuurlijk niet open en bloot op het strand getoond worden aan ál die andere mensen (want die geven er ontzettend veel om hoe jij eruit ziet – niet), dus gaan we kijken hoe we zo snel mogelijk vet kunnen verliezen. Buitenom dat deze motivatie om af te vallen twijfelachtig is, kun je ook een verkeerde verwachting hebben van het dieet. Verwacht je dat je kortdurend even wat vet verliest om dat vervolgens weer aan te komen als je stopt met diëten, dan is er niets aan de hand. Maar het probleem ontstaat – m.i. – als mensen denken dat ze kortstondig kunnen diëten voor permanente resultaten.
Waarom is dit een probleem? Als je op een voedingsschema wordt gezet is de kans groot dat je gedrag niet verandert waardoor de kans dat je terugvalt in je oude patroon ontzettend groot is. Daarnaast wordt er m.i. teveel gedacht vanuit een zwart/wit-perspectief en word je flink beperkt in je keuze, iets dat erg veel wilskracht van je vergt. Oftewel, je mag dit wél en dat níet meer eten. De diëten worden (vaak) nog gevoed met een zekere mate van onzinnige informatie, waardoor er van alles en nog wat onnodig vermeden dient te worden (zoals suiker, granen en melk), iets dat de volhoudbaarheid niet ten goede komt. Maar, omdat ‘het dieet’ zorgt voor een negatieve energiebalans ga je op korte termijn gewicht verliezen – ‘dus het zal wel goed zijn’.
Zwart/wit denken van de diëten
Vaak zie ik in een dieet dat bepaalde voedingsmiddelen als ‘goed’, en andere voedingsmiddelen als ‘slecht’ worden gezien. Vervolgens worden er dan mooie claims aan gehangen zoals: ‘als je het slechte eet word je dik’, of ‘eet alleen het goede en je valt af!’. Realiseer je wel dat op het moment dat iemand je dit voorspiegelt, ze niets van de kern van afslanken hebben begrepen (dat is namelijk de energiebalans). Je lichaam herkent niets als zijnde ‘goed’ of ‘slecht’. Alles wat verteerd wordt komt als kleine moleculen aan in je cellen. Dus of je nu broccoli of patat eet, je lichaam herkent het verschil niet.
Intolerantie voor diëten
Net als dat je voor bepaalde voedingsmiddelen een intolerantie op kan bouwen als je er chronisch teveel van eet, heb ik een intolerantie opgebouwd voor ‘diëten’. Niet dat het woord ‘diëten’ zo slecht is, maar ondertussen heb ik het zo vaak gehoord dat ik rillingen krijg als iemand weer begint over het huppeldepup-dieet dat de heilige graal belooft te worden voor alle chronisch overtollige kilo’s. Zeker als ze dan uitleggen wat de methode is waarom dit dieet wél gaat werken, behaal ik vaak de vereiste ondergrens wanneer de tolerantie intolerant wordt. Zonder teveel op het afslankproces in te gaan, als je dieet ‘werkt’ betekent dit dat je in een negatieve energiebalans zit. Oftewel, je verbruikt meer calorieën dan dat je consumeert. Vanaf nu zal de term die ik gebruik – en welke in mijn optiek wél bijdraagt aan een langdurige oplossing – dan ook ‘voedingspatroon’ zijn.
Van dieet naar voedingspatroon
Iedereen heeft op dit moment een voedingspatroon. Je huidige patroon heeft je gebracht naar waar je op dit moment staat. Als jij een verandering qua resultaat wilt, moet je dus je patroon aanpassen. Het is dan ook raadzaam om een voedingspatroon te kiezen welke je vol kan houden. Heb jij hier chocola voor nodig? Eet dat. Wil je je zondagse pizza niet opofferen? Houd hem er dan in. Zolang je maar over een week gezien in een negatieve energiebalans verkeert, val je af. Verleg hierbij je focus van ‘dikmakende’ producten (nogmaals mensen, dit bestaat niet), naar het totale plaatje. Accepteer ook dat je af en toe mindere dagen hebt.
Volhouden van je voedingspatroon
Nu wordt het spannend. Want je kan het beestje wel een andere naam geven, maar daarmee is er feitelijk nog niets veranderd. Eén van de belangrijkste dingen wanneer je wilt werken aan een verandering is dat je bewust wordt van wat er kan gebeuren. In het begin van een verandering ben je nog gemotiveerd om je doel te behalen, maar meestal valt die motivatie na een paar weken weg. En dan? Ben je daar op voorbereid? Indien niet, dan is de kans groot dat je terugvalt naar je oude voedingspatroon en gewoontes.
Hieronder wil ik je een paar tips geven over hoe je tegen bijv. een afslankproces aan kunt kijken. Het is moeilijk om algemene adviezen te geven, omdat iedere situatie in de context geplaatst moet worden.
Tip 1. Benader het niet vanuit een sprint- maar vanuit een marathon gedachte
Het is niet realistisch om de kilo’s die je in 5 jaar hebt opgebouwd, in 1 maand kwijt te raken. Verwacht dit dan ook niet. Het is een proces dat maanden kan, en waarschijnlijk gaat, duren.
Tip 2. Automatiseer je niet-sociale maaltijden
Ik maak zelf altijd een onderscheid tussen sociale en niet-sociale maaltijden. Het gros van de maaltijden (bij de meeste mensen) zijn niet-sociaal. Denk hierbij aan snel even wat ontbijten, een tussendoortje of een lunch vanachter je bureau. De sociale maaltijden daarentegen zijn de maaltijden met vrienden, familie of andere geliefden. Als je zoveel mogelijk niet-sociale maaltijden automatiseert, en extra geniet van de sociale maaltijden zul je merken dat je je voedingspatroon veel makkelijker vol kunt houden.
Tip 3. Accepteer de slechte dagen
Het is een illusie om te verwachten dat je iedere dag jezelf 100% aan je voedingspatroon te houden. Dit hoeft ook absoluut niet. Wees je wel bewust dát je een slechte dag hebt, en geniet hier dan extra van. Dan maar een dag later slank.
Tip 4. Start de dag met dingen die je niet leuk vindt
Dit klinkt misschien raar, maar op het moment dat je je gedrag wilt veranderen (dit doe je als je bewust een ander voedingspatroon aan wilt leren), kan het nog wel eens goed werken om je dag te starten met dingen die je niet leuk vindt. Waarom? Dit verhoogt je motivatie iets voor de rest van de dag waardoor je andere dingen ook gevoelsmatig beter aan kunt.
Tip 5. Slaap goed
De laatste, maar niet de minste, tip is om eens je slaaproutine te bekijken. Slecht slapen is een hele grote bottleneck wanneer je (permanente) veranderingen aan wilt brengen in je patroon, mede ook omdat je na een slechte nacht veel sneller geneigd bent om in een oud gedragspatroon terug te vallen.
Waar het op neerkomt is het volgende. Vaak zie ik dat mensen die op dieet gaan falen. Hier zijn verschillende redenen voor, waaronder een te streng dieet (dit ga je waarschijnlijk nooit volhouden), geen gedragsverandering, verkeerder verwachtingen van de resultaten of dat de coach verkeerde informatie verspreidt waardoor het veel moeilijker (en zwaarder) wordt gemaakt dan dat het eigenlijk is. Het jammere hieraan is dat de cliënt niet eens meer begint om iets te doen aan zijn of haar gewicht (als dat nodig is) vanwege de te verwachten moeite die genomen dient te worden. En dat vind ik een kwalijke zaak. Uiteraard moet je actie ondernemen als je gewicht wilt verliezen, maar het hoeft niet moeilijker te zijn dan dat het is.